WAT ZIJN DE INGREDIËNTEN VAN SUCCESVOL VOEDSELBELEID IN DE STAD


Op basis van de cases in het Receptenboek kunnen we een aantal algemene lessen trekken over voedselbeleid in de stad.

Ingrediënten voor succesvol beleid die naar voren komen zijn de mate van:

  1. Verbinding met andere stedelijke vraagstukken en beleidsthema’s zoals werkgelegenheid, duurzaamheid, gezondheid en sociale integratie
  2. Verbinding met maatschappelijk en ecologische waarden
  3. Verbinding met nieuwe partijen en netwerken
  4. Duidelijkheid rondom de rol van de lokale overheid in voedseltransitie

1. VERBINDING MET ANDERE STEDELIJKE VRAAGSTUKKEN

Steeds weer blijkt voedsel een onderwerp en manier waarmee diverse stedelijke uitdagingen in onderlinge samenhang aangepakt kunnen worden. Zoals het stimuleren van economische innovatie, ecologische verduurzaming of lokale werkgelegenheid, programma’s die een gezonde voedselomgeving stimuleren of sociale samenhang in buurten of voedselonderwijs voor jongeren bevorderen. Maar ook het versterken van stad-platteland relaties door regionale korte afzetketens of boer-burger uitwisselingen.

Ook al zijn de vraagstukken en beleidsthema’s waar steden mee worstelen aanvankelijk verschillend, in de praktijk komt voedselbeleid toch vaak uit op vergelijkbare oplossingen. Ook zijn er veel voorbeelden waarbij voedselbeleid in onderlinge samenhang aan meerdere beleidsdoelen bijdraagt.

Zo is de kracht van veel initiatieven voor economische innovatie dat ze voortbouwen op kansen voor ecologische verduurzaming of het ‘upcyclen’ en tot waarde brengen van reststromen. En kansen voor een groter aanbod van gezond en plantaardig voedsel gaan op lokaal niveau vaak vanzelfsprekend hand in hand met het versterken van regionale korte ketens.

Een goed voorbeeld van een initiatief dat voedsel aan andere stedelijke uitdagingen verbindt is Coalitie Buitengewoon. Voedsel van supermarkten en producenten dat anders verspild zou worden wordt verwerkt tot gezonde maaltijden voor en door mensen met een laag inkomen in Almere. Voedsel wordt zo verbonden aan circulaire economie, maar ook aan beleid voor armoedebestrijding en sociale integratie.

2. VERBINDING MET MAATSCHAPPELIJKE EN ECOLOGISCHE WAARDEN

Stedelijk en regionaal voedselbeleid zijn vooral succesvol wanneer ze bijdragen aan een waarde-gedreven ontwikkeling van landbouw en voedselsystemen.

Ons landbouw- en voedselsysteem staat voor een transitie van een model gericht op het produceren van veel en goedkoop voedsel van een minimum kwaliteit naar een model waarin landbouw en voedsel verbonden zijn aan een diversiteit aan maatschappelijke en ecologische waarden.

Succesvol voedselbeleid legt, naast het stimuleren van de lokale economieën en werkgelegenheid, vrijwel altijd de link met dergelijke waarden zoals duurzame ecosystemen, vitaal platteland, rechtvaardigheid en eerlijkheid, gezonde mensen en sterke communities. Mede door het maken van deze verbindingen heeft lokaal voedselbeleid een grote maatschappelijke impact en draagvlak.

Voorbeelden van een waarde-gedreven ontwikkeling van landbouw en voedselsystemen middels stedelijk voedselbeleid zijn de pilot Nieuwe eiwitten op de menukaart in Amsterdam waarmee klimaatvriendelijke menu’s in de horeca worden gestimuleerd of de Afgeprijsd-App waarmee het terugdringen en hergebruiken van voedselverspilling de basis van een nieuw verdienmodel voor een succesvolle startup wordt.

3. VERBINDING MET NIEUWE PARTIJEN EN NETWERKEN

De stedelijke omgeving en het raakvlak tussen stad en platteland zijn bij uitstek plaatsen waar nieuwe partijen en vraagstukken rond voedsel samenkomen.

Actuele vraagstukken als klimaatverandering, gezondheidsproblemen door overgewicht, zorg, en maatschappelijke integratie zorgen ervoor dat beleidsagenda’s rond voedsel veel breder zijn geworden dan alleen landbouw- en plattelandsbeleid.

Andere partijen krijgen daarmee invloed wat leidt tot nieuwe uitdagingen maar ook nieuwe kansen en creativiteit.

Succesvolle initiatieven zijn in staat nieuwe netwerken en samenwerkingsverbanden tot stand te brengen. Juist wanneer een goed balans gevonden wordt tussen inspanningen van lokale en hogere overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven blijken initiatieven een succes.

Goede voorbeelden hiervan zijn de Alliantie Voeding en Zorg in Ede, samenwerkingsverbanden rond korte ketens als de Streekkantine in Groningen of de Masterclass Korte Ketens rond Rotterdam, maar bijv. ook het Gelders Netwerk Voedsel.

4. NIEUWE ROLLEN VOOR LOKALE OVERHEDEN

De uitdagingen van de voedseltransitie vragen om de inzet van alle betrokken partijen in de voedselketen, van boer tot burger en tussenliggende schakel in de keten. Maar wat is de bijdrage die lokale overheden kunnen bieden? Uit het Receptenboek komen verschillende nieuwe rollen naar voren:

  • Ruimte creëren voor innovatie. Diverse steden en regio’s nemen het voortouw om lokale innovatie en startups in de food-sector te ondersteunen. Bijvoorbeeld door het bieden van agro-food testfaciliteiten zoals de Jamfabriek in Den Bosch; het bundelen van kennis en innovatiepartijen zoals in Food Tech Brainport in Helmond of het World Food Center in Ede; door innovatie-labs of Masterclasses te organiseren zoals rond korte ketens in Rotterdam; of door ruimte voor stadslandbouw te stimuleren zoals in pionierswijk Oosterwold in Almere of door het Stadslandbouw-loket in Den Haag.Food Tech Brainport
  • Pilots & vernieuwende initiatieven ondersteunen. Lokale overheden kunnen een belangrijke rol spelen in het ondersteunen van initiatieven van burgers, maatschappelijke organisaties of bedrijven. Bijvoorbeeld in initiatieven voor ‘eetbaar groen’ zoals de woonwijk Rijnvliet in Utrecht en het project Eetbare Stad in Groningen; stadslandbouwtuinen als Doarpstûn Snakkerburen in Leeuwarden en de Voedseltuin Overvecht in Utrecht; maar ook concrete innovaties als de Afgeprijsd app om voedselverspilling in Den Bosch en de Kokkerelli Kids University voor voedseleducatie in Venlo.
    Kokkerelli
  • Gebiedsontwikkeling aansturen. Voorbeelden hiervan zijn Landerij VanTosse in Oss, duurzame gebiedsontwikkeling Potmarge in Leeuwarden, Rijnvliet in Utrecht en Oosterwold in Almere.
    stadstuin potmarge
  • Partijen verbinden en netwerken versterken. Goede voorbeelden van zo’n rol zijn: de Alliantie Voeding in de Zorg in Ede; platform Van Amsterdamse Bodem in Amsterdam; de Coalitie Buitengewoon voor het terugdringen en ‘upcyclen’ van voedselverspilling in Almere, en het Gelders Kennisnetwerk Voedsel.
    Gelders Kennisnetwerk
  • Zelf het goede voorbeeld geven. Be the change! Lokale overheden kunnen zélf in kantines en events duurzaam, gezond en lokaal voedsel stimuleren. Op deze wijze kan de publieke vraag helpen een lokale markt te creëren en ook een inspiratie zijn voor andere instellingen of bedrijven. Voorbeelden in het Receptenboek zijn de Streekkantine in Groningen, de Alliantie Voeding in de Zorg in Ede, en het programma Gezond 010 in Rotterdam.
    streekkantine
  • Voedselvisie of strategie ontwikkelen. Steeds meer steden stellen een voedselvisie op als raamwerk voor verschillende voedselinitiatieven. Een voorbeeld is de Voedselvisie van Ede. Ook kan de gemeente nieuwe beleidsinstrumenten ontwikkelen ter stimulering van lokale initiatieven. Voorbeelden zijn Oosterwold in Almere, waar een nieuwe vorm van stedelijke planning ontwikkeld is om stadslandbouw te stimuleren, en het Platform Global Goals Oss, dat lokaal voedselbeleid verbindt met de 17 Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Global Goals Impact Summit